Van het laboratorium naar Cape Reinga
En zo vliegen dan ook de laatste maanden ineens voorbij. Het is December en overal zien we kerstverlichting en horen we kerstmuziek. Maar in de warme zomerzon voelt het helemaal niet als Kerstmis or alsof het bijna tijd is voor Nieuwjaar...
Na het veldwerk in Leigh in oktober ben ik het laboratorium ingedoken om al mijn sedimentmonsters te analyseren. Er moet vanalles gebeuren met de 75 monsters om de korrelgrootte, chlorophyll-a gehalte en de hoeveelheid organisch materiaal te bepalen. Ieder ochtend trek ik mijn witte labjas aan die eigenlijk niet meer echt wit is maar een besmeurd is met zand en moddervlekken. Ik zet een van die gehate plastic brillen op en trek de strakke witte ruberen handschoenen over mijn handen. Dan trek ik een tree met aluminium bakjes uit de oven en ga ieder schaaltje nauwkeurig wegen, voeg wat chemicalien toe aan een andere set monsters en ben uren bezig om 75 keer 0.15g zand af te wegen om in een reageerbuisje te stoppen. Hoe lang je je wel niet kunt vermaken met wat zand, chemicalien en een oven! Labwerk en scheikunde was nooit echt mijn ding, maar nu vind ik wat rust in mijn hoofd tijdens de relatief simpele en herhalende handelingen. Ik luister naar podcasts of denk even lekker een paar uur na over het leven.
Naast het eentonig labwerk staan de laatste maanden in teken van reizen. Ieder weekend trekken we er weer op uit en de laatste dagen van de maand leven we op instant noodles en bananen wanneer de laatste dollars aan benzine voor Subie gespendeerd zijn.
Afgelopen weekend was het eindelijk tijd voor Tian en mij om naar het noordelijkste puntje van het Noordereiland af te reizen in teken van onze housewarming. Op donderdagavond na zijn shift in het ziekenhuis en mijn werk in het lab laden we onze rugzakken, gitaar, wetsuit, surfboard en een paar pakken TimTams (de lekkerste NZ chocoladekoekjes) in de bus, vullen we de gastank voor het kookstelletje en rijden we de snelweg op richting Auckland. Ondanks dat we beiden moe zijn van de week rijden we 4 uur naar het kleine dorpje Ruakaka, net ten zuiden van Whangarei. In het donker parkeren we Cece onder aan de duin en gaan uitgeput naar bed. De volgende ochtend loop ik nieuwsgierig op mijn blote voeten de duin op en word verrast door een prachtige blauwe oceaan. De branding is rustig en aan de horizon zien we een paar eilanden. We slingeren het kookstel aan voor koffie en genieten van de ochtendzon, koffie en ontbijt op het strand. Een stel nieuwsgierige meeuwen komt even kijken of er nog wat te vreten valt en we geven ze een paar overgebleven frietjes van ons KFC-maaltje van de vorige avond.
Na het ontbijt verlaten we Ruakaka en rijden we naar Langs Beach, waar ik een uurtje in het water lig met mijn surfboard en Tian zijn kilometertjes rent over het mulle zand. Als ik even op het strand zit om uit te rusten komt er een lieve boxer op me af gewaggeld en maak ik een praatje met zijn eigenaar. Wat een geluksvogels, dat ze hier in het paradijs wonen. Ik surf nog even en wanneer ik voor de tweede keer het water uitkom zit Tian op het picknick kleed op zijn gitaar te tokkelen. Ik ga naast hem zitten, genietend van de zon en het geluid van de neerslaande golven en Tian's gitaarspel.
Na een tijdje besluiten we dat we honger hebben en dat het tijd is om naar Whangarei te rijden. In de laatste grote stad voordat de kilometers aan platteland en kleine dorpjes beginnen, gaan we lekker lunchen en geven we Cece nog een extra ronde diesel bij het goedkoopste tankstation. Ook kopen we wat ingredienten voor een pasta Carbonara voor het avondeten. Daarna vervolgen we onze weg naar Whangaroa harbour, schijnbaar de mooiste harbour van het land, waar we een wandeling willen doen. In ons tijdsschema hebben we een uurtje voor de wandeling. Maar wanneer we bij aankomst de bordjes ons een geschatte wandeltijd van 5 uur toeroepen besluiten we het tijdschema maar overboord te gooien en lekker te gaan wandelen. Het pad kronkelt door de jungle en op de vlakke stukken en dalingen joggen we om toch wat tijd in te halen. We steken de beek over en met spongebob schoenen vervolgen we onze weg. De uitzichten zijn onweerstaanbaar mooi. Het is alsof we in Jumanji zijn, zeggen we tegen elkaar. Ik ben Martha en Tian Jack Black, grappen we. We nemen een heleboel foto's en rennen langs een hut aan het water naar de top van de berg. Het laatste stukje is een beetje sketchy over een rotswand omhoog, maar we zijn tenslotte klimmers, dus daar kunnen we niet over zeuren. Eenmaal op de top vallen we beiden stil... het uitzicht is onwijs mooi. Het blauwe water kronkelt tussen de heuvels en eilanden door en de zeilbootjes geven het geheel een vredige vakantievibe. In totaal kost de wandeling ons 3 uur, toch 2 uur minder dan de bordjes, goede score.
Idealiter wilden we voor zonsondergan bij Cape Reinga zijn, maar in het bos is het al flink aan het schemeren als we terug bij Cece aankomen. We besluiten snel naar 90-mile beach te rijden en de zonsondergang daar mee te pakken. Bijna volgen we zo de weg het strand op. De weg voert ons zo over de duinen heen het strand op waar mensen met een 4-wiel-aandrijving de 90 mijl aan strand naar het noorden kunnen volgen. Net op tijd roep ik stop, voordat we Cece vastzetten in het mulle zand. We parkeren aan de kant van de weg en ik neem nog een duik in de zonsondergang orangje gekleurde zee. Het strand doet me aan de Noordzee denken: duinen, zand en vele onregelmatige golven. In het donker maken we onze pasta carbonara en Tian is gefrustreerd wanneer we daarmee ook minstens 50 muggen de bus in laten.... Probleem voor later zeg ik en we nemen ons maaltje mee naar de duinen en staren naar de sterren terwijl we in het pikdonker eten. De pasta is heerlijk en we zien zelfs een paar vallende sterren. Een grote UTE parkeert aan de waterkant en twee mannen stappen uit om hun hengels uit te hangen. Een tijdje later zien we hen in het licht van hun hoofdlampen een grote vis uit het water hengelen. Vissen is toch wel een van de grote hobby's van de kiwi's. En 's nachts gaat dat blijkbaar ook erg goed...
Tian en ik hebben een camping geboekt in de buurt van Cape Reinga dus we stappen weer de bus in en rijden de laatste 2 uur over de kronkelende 'snelweg' richting het noorden met de ramen open om al die muggen weer naar buiten te sturen... Er zijn heel wat beesten op de weg en met de score van 1 dood konijntje hebben we het meeste toch ontweken. Uitgeput en in het pikkedonker rijden we het campeerterrein op en gaan we lekker naar bed. Halverwege de nacht wordt ik wakker door Tian's zaklamp. Hij ligt op zijn rug met een stukje keukenrol in zijn handen de muggen op het plafond dood maken. Ik word er helemaal gek van, zegt ie. Ik geef hem een stel oordoppen en de rest van de nacht wordt er wel geslapen.
De volgende ochtend ontdekken we het afgelegen prachtige strand en drinken we weer een lekker bakkie pleur met onze voeten in de branding. We kijken wat rond op de rotsen en relaxen op het strand, wachtend totdat de zon onze wetsuits en zwemkleding opgedroogd heeft. Dan rijden we naar onze bestemming van het weekend: Cape Reinga, het noordelijkste puntje van Nieuw-Zeeland. Aan het einde van de 'snelweg' is er niets anders dan een parkeerterrein. We vullen de bijna-lege watertank voordat we naar de vuurtoren wandelen. Het voelt ineens alsof we echt ver van de bewoonde wereld zijn. Het landschap om ons heen toont geen tekenen van mensenleven, enkel jungle, rotsen en grote vlaktes met zandduinen. Vanaf de vuurtoren zien we de twee verschillende oceanen die samenkomen. De golven komen uit twee richtingen en botsen tegen elkaar op. Het is een erg speciaal aanzicht. De paradijselijke stranden zijn verlaten.... Het is een erg bijzondere plek. We nemen een heleboel foto's en een vriendelijke Amerikaan maakt een foto van ons, maar de foto's doen eigenlijk geen eer aan de werkelijke schoonheid van deze plek...
Halverwege de weg terug worden we verrast door een Haka van een lokale Maori tribe. Voor het eerst zie ik de angstaanjagende dans van de inheemse bevolking en het doet wel wat met je. Ook Tian voelt zich een beetje ongemakkelijk, maar we blijven toch even kijken voordat we verderlopen naar Cece. Na een lekkere pasta carbonara lunch op een parkeerterrein met prachtig uitzicht over het landschap is het tijd om de gigantische zandduinen te bekijken. We worden er beiden nogal melig van en hebben een hoop lol wanneer we door de 'woestijn / strandbergen' wandelen. We beklimmen de ene strandberg na de andere totdat we in de verte de oceaan kunnen zien. Google maps verteld ons dat er 5km aan zand tussen ons en de oceaan ligt.... Gelukkig is het bewolkt en is het zand niet te heet onder de voeten. We rennen wat rond, maken wat creatieve foto's en rollen/schuiven weer naar beneden. Op de hoogste duin zien we mensen met bodyboards naar beneden glijden. Volgende keer doen wij dat ook, zeggen we tegen elkaar. Na de lol in de woestijn rijden we naar Bay of Islands waar we de nacht zouden doorbrengen. Maar wanneer we het drukke stadje Pahia binnenrijden krijg ik meteen de kriebels.... Ik wil nog niet terug naar de bewoonde wereld zeg ik tegen Tian. Hij had al helemaal zin om een lekker biertje te drinken op een terrasje, maar wanneer er een helikopter met toeristen vlak over onze bus heen vliegt is ook hij er wel weer klaar mee... De baai is prachtig en leuk om in rond te zeilen, maar na 2 dagen rust en kalmte is dit even niet de plek voor ons. We doen wat boodschappen voor wraps met haloumi en spek en vinden een freedom kampeerterrein een uurtje verderop. We zijn bijna door de brandstof heen maar Tian denkt dat we het wel redden en rijdt ons vrolijk naar onze laatste bestemming voor de dag. Het parkeerterrein is vol, maar we komen aan voordat de zon onder gaat en kunnen ons maaltje koken voordat de muggen komen. Na het avondeten en de afwas trekken we dan eindelijk de fles wijn uit de koelkast en liggen we uren te kletsen op het strand onder de sterrenhemel. Ik ben ineens niet meer bang voor dit samenwonen, ik weet nu dat dit helemaal goed gaat komen. Om 11 uur ga ik naar bed en blijft Tian nog even op om foto's te maken van de sterrenhemel. Ook in de ochtend is hij alweer vroeg uit de veren voor de zonsopgang. Ik blijf nog even lekker liggen voor mijn 8 uurtjes voordat ik koffie voor ons maak en we nog een keer koffie op het strand drinken. We hebben geen haast en de golven zien er vriendelijk uit dus ik trek mijn wetsuit aan en duik met mijn surfboard de golven in. Tian speelt gitaar.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}