PhD, gedachten over carrière
P H D....
Het voelt nog als de dag van gisteren dat die 3 letters stonden voor iets wat ik niet per se ambieerde. Dat ik het zag als iets wat alleen die ene enkeling ging doen. Die uitverkorene die slim en vooral ambitieus genoeg is om diens carrière in academia te vervolgen. Ik had nooit kunnen geloven dat ikzelf een van die mensen zou zijn.
Toch grappig om te zien hoe je kijk op je eigen carrière over je leven heen verandert. Al vanaf jongs af aan wordt ons gevraagd wat we later willen worden, en daarmee doet je carrière zich zijn intrede in je leven. Vanaf dat moment denk je na over wat je na je schooltijd wilt doen. Iedere keer waneer je weer een bladzijde van een vriendenboekje invult en die ene vraag moet beantwoorden: 'Wat wil je later worden?'. Mijn antwoord op die vraag was steevast boerin.En naarmate ik ouder werd veranderde dat in dierenarts. Tot op het moment dat ik de keuze had om ook echt de opleiding tot dierenarts te gaan volgen na de middelbare school.
Toen ben ik toch in een andere boot gesprongen en is mijn kijk op mijn carrière voorgoed veranderd. Vanaf dat moment wist ik niet meer zo goed wat ik nu eigenlijk wilde worden (gelukkig was de tijd om vriendenboekjes in te vullen toen ook voorbij). Ik leerde dat het scala aan beroepen veel en veel breder is dan ik van tevoren had kunnen dromen. En dat er ontelbare eindpunten zijn en carrièrepaden zijn die je onderweg kunt bewandelen. Echter, met iedere stap die je zet en keuze die je maakt wordt het aantal mogelijkheden steeds een beetje kleiner. Vanaf dat moment ben ik mijn carrière ook zo gaan inzien. Er is geen ultiem doel, geen eindstreep. Er is alleen het pad, naar het ongekende, waarop iedere stap gevolgen heeft voor de mogelijkheden verderop.
Toch dacht ik niet per se heel hard na over die stappen die ik zette en zocht vaak het pad van de minste weerstand op, bij het gebrek aan een uitgesproken passie. Wel wilde ik altijd het hoogst haalbare doen op een zo tijdsefficiënt mogelijke manier. Terugkijkend op die strategie verbaasd het me dan ook niet dat ik nu aan de andere kant van de wereld ben beland voor een PhD. Wat me wel verbaasd is dat het onderwerp van die PhD een mariene plant is. Ja, ze zijn goed voor de aarde en mooi in je huiskamer enzo, maar een passie voor planten, nee, die heb ik nooit gehad. Daarnaast vind ik de hoge golven in de zee eng en word ik zeeziek op een boot. Ook vind ik het enorm onprettig om onderwater te zijn. In die enorme blauwe leegte waar je slechts heel langzaam kunt bewegen en je je letterlijk in één ruimte bevindt met ontelbare andere organismen. Waarvan sommige ook best gevaarlijk en groot zijn. Nee, de zee is absoluut NIET mijn natuurlijke habitat.
Maar hoe komt dat dan? Dat ik een studie in mariene wetenschappen ben gaan doen en toch zo geboeid ben door die oceaan en de gebieden waar oceaan en land met elkaar in aanraking komen: de estuaria, de kwelders, de rotskusten, de zandbanken en de duinen. Soms vraag ik me af of ik net zo goed geboeid had kunnen zijn in een onderwerp als journalistiek, of natuurkunde, of in mijn oude droom: diergeneeskunde.
In hoeverre is het carrièrepad wat we bewandelen een daad van passie? Of representeren onze keuzes zich eerder als een kabbelende rivier, steeds weer op zoek naar de weg met de minste weerstand, altijd in beweging, maar niet nadenkend over waar het eindpunt zal zijn?
Reacties
Reacties
Je schrijft mooi!
En toeval hebben we ook nog
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}